Jij denkt dat je de woning bent van slechtheid, duisternis en zonde. Jij denkt dat als iemand de waarheid over jou kon zien, hij zou worden afgestoten en voor je terug zou deinzen als voor een giftige slang. Jij denkt dat als jou de waarheid over jou werd geopenbaard, je met zo’n intense afschuw zou worden vervuld, dat je halsoverkop de hand aan jezelf zou slaan, omdat het je onmogelijk zou zijn nog verder te leven na dit te hebben gezien.
Dit zijn overtuigingen die zo vast verankerd zijn dat het moeilijk is je te helpen inzien dat ze op niets zijn gebaseerd. Dat je fouten gemaakt hebt, is duidelijk. Dat je op zonderlinge manieren verlossing hebt gezocht, misleid en misleidend bent geweest, bang voor dwaze fantasieën en wilde dromen, en je hebt neergebogen voor afgoden uit stof gemaakt – dit alles is waar, gemeten naar wat jij nu gelooft.
Vandaag zetten we hier een vraagteken bij, niet vanuit het gezichtspunt van wat jij denkt, maar vanuit een heel ander referentiekader, waarin zulke loze gedachten zonder betekenis zijn. Deze gedachten stemmen niet overeen met Gods Wil. Deze vreemde overtuigingen deelt Hij niet met jou. Dit is op zich voldoende bewijs dat ze ondeugdelijk zijn, maar jij ziet niet in dat dit zo is.
Waarom zou je niet overlopen van vreugde als jou wordt verzekerd dat al het kwaad dat jij denkt te hebben gedaan, nooit is gedaan, dat al je zonden niets zijn, dat je zo zuiver en heilig bent als jij werd geschapen, en dat er licht en vreugde en vrede in jou woont? Jouw zelfbeeld kan niet de Wil van God weerstaan. Jij denkt dat dit de dood is, maar het is leven. Jij denkt dat je vernietigd wordt, maar je wordt verlost.
Het zelf dat jij gemaakt hebt, is niet de Zoon van God. Daarom bestaat dit zelf helemaal niet. En alles wat het schijnt te denken en te doen, betekent niets. Het is noch slecht, noch goed. Het is onwerkelijk, en meer niet. Het levert geen strijd met de Zoon van God. Het krenkt hem niet en valt zijn vrede niet aan. Het heeft de schepping niet veranderd, noch eeuwige zondeloosheid tot zonde, noch liefde tot haat verlaagd. Wat voor macht kan dit zelf dat jij gemaakt hebt, dan bezitten, wanneer het de Wil van God weerspreekt?
God staat voor jouw zondeloosheid garant. Steeds en steeds weer moet dit worden herhaald, totdat het wordt aanvaard. Het is waar. God staat voor jouw zondeloosheid garant. Niets kan haar raken, of dat veranderen wat God als eeuwig heeft geschapen. Het zelf dat jij hebt gemaakt, slecht en vol zonde, is zonder betekenis. God staat voor jouw zondeloosheid garant, en er woont licht en vreugde en vrede in jou.
Verlossing vraagt slechts het aanvaarden van één gedachte: jij bent zoals God jou heeft geschapen, niet wat jij van jezelf hebt gemaakt. Welk kwaad jij ook denkt te hebben gedaan, je bent zoals God jou heeft geschapen. Wat voor vergissingen je ook hebt begaan, de waarheid over jou is onveranderd. De schepping is eeuwig en onveranderlijk. God staat voor jouw zondeloosheid garant. Jij bent en zult eeuwig precies zo zijn zoals je werd geschapen. Licht en vreugde en vrede wonen in jou omdat God die daar heeft geplaatst.
In onze langere oefenperioden vandaag – waarbij je het meest baat zult hebben als je ze vijf minuten doet aan het begin van elk uur dat je wakker bent – dien je te beginnen met het uitspreken van de waarheid over jouw schepping:
Er woont licht en vreugde en vrede in mij.
God staat voor mijn zondeloosheid garant.
Zet dan je dwaze zelfbeelden opzij, en besteed de rest van de oefenperiode eraan te proberen te ervaren wat God jou gegeven heeft in plaats van wat jij voor jezelf hebt verordonneerd.
Jij bent wat God geschapen heeft, of wat jij hebt gemaakt. Eén Zelf is waar, het andere is er niet. Probeer de eenheid van je ene Zelf te ervaren. Probeer Zijn Heiligheid te waarderen en de liefde waaruit Het geschapen werd. Probeer aan het Zelf dat God als jou geschapen heeft geen afbreuk te doen door Zijn verhevenheid te verbergen achter de nietige afgoden van zondigheid en kwaad die jij gemaakt hebt om in Zijn plaats te stellen. Laat Het tot het Zijne komen. Hier ben jij, Dit ben Jij. En er woont licht en vreugde en vrede in jou, omdat dit zo is.
Misschien ben je niet bereid of ook maar in staat om de eerste vijf minuten van elk uur voor deze oefeningen te gebruiken. Maar probeer het wanneer je kunt. Denk er op zijn minst aan elk uur deze gedachten te herhalen:
Er woont licht en vreugde en vrede in mij.
God staat voor mijn zondeloosheid garant.
Probeer er dan tenminste een minuutje voor te nemen je ogen te sluiten en te beseffen dat dit een verklaring is van de waarheid over jou.
Als zich een situatie voordoet die verontrustend lijkt, verjaag deze illusie van angst dan snel door deze gedachten opnieuw te herhalen. Mocht je in de verleiding komen om kwaad op iemand te worden, zeg hem dan in stilte:
Er woont licht en vreugde en vrede in jou.
God staat voor jouw zondeloosheid garant.
Je kunt vandaag veel doen voor de verlossing van de wereld. Je kunt vandaag veel doen om je dichter te brengen bij de rol in de verlossing die God jou heeft toegewezen. En je kunt vandaag veel doen om je denkgeest ervan te overtuigen dat het idee van vandaag inderdaad de waarheid is.