Les 58

Herhaling van de lessen 36-40

Dit zijn de ideeën om vandaag te herhalen:

(36) Mijn heiligheid omsluit al wat ik zie.

Uit mijn heiligheid komt de waarneming van de werkelijke wereld voort. Nu ik vergeven heb, zie ik mezelf niet langer als schuldig. Ik kan de onschuld, die de waarheid over mij is, aanvaarden. Door begrijpende ogen gezien is de heiligheid van de wereld het enige wat ik zie, want ik kan alleen de gedachten die ik over mezelf koester als beeld voor me zien.

(37) Mijn heiligheid zegent de wereld.

De waarneming van mijn heiligheid zegent niet mij alleen. Al wat en wie ik zie in haar licht, deelt in de vreugde die ze mij brengt. Er is niets wat buiten deze vreugde staat omdat er niets is wat mijn heiligheid niet deelt. Wanneer ik mijn heiligheid herken, straalt ook de heiligheid van de wereld uit, zodat iedereen die kan zien.

(38) Er is niets wat mijn heiligheid niet kan.

Mijn heiligheid is in haar genezende kracht onbeperkt, omdat ze onbeperkt is in haar verlossende kracht. Wat is er anders dan illusies om van te worden verlost? En wat zijn alle illusies anders dan valse ideeën over mijzelf? Mijn heiligheid maakt ze alle ongedaan door de waarheid over mij te bevestigen. In aanwezigheid van mijn heiligheid, die ik deel met God Zelf, verdwijnen alle afgoden.

(39) Mijn heiligheid is mijn verlossing.

Aangezien mijn heiligheid me van alle schuld verlost, betekent de erkenning van mijn heiligheid de erkenning van mijn verlossing. Het is ook de erkenning van de verlossing van de wereld. Als ik eenmaal mijn heiligheid heb aanvaard, kan niets mij meer beangstigen. En omdat ik zonder angst ben, moet ieder delen in mijn inzicht, dat Gods geschenk is aan mij en aan de wereld.

(40) Ik ben als Zoon van God gezegend.

Hierin ligt mijn aanspraak op al het goede en louter het goede. Ik ben gezegend als Zoon van God. Al het goede is van mij, omdat God het mij heeft toebedacht. Ik kan geen verlies, ontbering of pijn lijden, op grond van Wie ik ben. Mijn Vader steunt me, beschermt me en leidt me in alles. Zijn zorg om mij is oneindig en vergezelt me altijd. Ik ben voor eeuwig gezegend als Zijn Zoon.