Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.
(182) Ik zal een ogenblik stil zijn en naar huis toe gaan.
Waarom zou ik een ogenblik langer willen blijven waar ik niet thuishoor, wanneer God Zelf aan mij Zijn Stem gegeven heeft die mij naar huis toe roept?
Ik ben niet een lichaam. Ik ben vrij. Want ik blijf wat ik ben, zo schiep God mij.