Wat is het ego?
Het ego is afgoderij, het teken van een beperkt en afgescheiden zelf, geboren in een lichaam, en gedoemd te lijden en zijn leven te eindigen in de dood. Het is de ‘wil’ die de Wil van God als vijand ziet en een vorm aanneemt waarin die wordt ontkend. Het ego is het ‘bewijs’ dat kracht zwak is en liefde angstwekkend, dat leven in werkelijkheid de dood is en dat alleen waar is wat tegengesteld is aan God.
Het ego is waanzinnig. Vol angst staat het buiten het Alomtegen-woordige, los van het Al, en afgescheiden van het Oneindige. In zijn waanzin denkt het dat het God Zelf overwonnen heeft. En in zijn vreselijke autonomie ‘ziet’ het dat de Wil van God vernietigd is. Het droomt van straf en beeft voor de figuren in zijn dromen, zijn vijanden die eropuit zijn het te vermoorden voordat het zijn veiligheid zeker kan stellen door hen aan te vallen.
De Zoon van God is egoloos. Kan hij weet hebben van waanzin en de dood van God, wanneer hij in Hem verblijft? Kan hij weet hebben van lijden en verdriet, wanneer hij in eeuwige vreugde leeft? Kan hij weet hebben van angst en straf, zonde en schuld, haat en aanval, wanneer al wat hem omringt eeuwigdurende vrede is, voor altijd vrij van conflict en onverstoord, in de diepste stilte en rust?
De werkelijkheid kennen betekent het ego en zijn gedachten niet zien, en evenmin zijn werken, zijn daden, zijn wetten en zijn overtuigingen, zijn dromen, zijn hoop, zijn plannen voor zijn verlossing, en de prijs die het geloof daarin met zich meebrengt. In lijden uitgedrukt is de prijs voor het vertrouwen erin zo immens dat de kruisiging van Gods Zoon dagelijks in zijn verduisterd heiligdom wordt opgedragen, en er bloed moet vloeien voor het altaar waar zijn ziekelijke volgelingen zich klaarmaken om te sterven.
Maar één lelie van vergeving zal de duisternis veranderen in licht, en het altaar gewijd aan illusies veranderen in het heiligdom van het Leven zelf. En vrede zal voor altijd terugkeren in de heilige denkgeesten die God geschapen heeft als Zijn Zoon, Zijn woonplaats, Zijn vreugde en Zijn liefde, volkomen de Zijne, en volkomen één met Hem.
Hoe dwaas, Vader, te geloven dat Uw Zoon de oorzaak van zijn eigen lijden zou kunnen zijn! Zou hij een plan kunnen maken voor zijn verdoemenis en achtergelaten worden zonder een zekere weg naar zijn bevrijding? U hebt mij lief, Vader. U zou me nooit eenzaam achter kunnen laten, om te sterven in een wereld van wreedheid en pijn. Hoe zou ik kunnen denken dat Liefde Zichzelf verlaten heeft? Er is geen andere wil dan de Wil van de Liefde. Angst is een droom en heeft geen wil die in conflict kan zijn met die van U. Conflict is slaap, en vrede is ontwaken. Dood is een illusie, leven eeuwige waarheid. Er is geen verzet tegen Uw Wil. Er is geen conflict, want mijn wil is die van U.
Vergeving laat ons zien dat Gods Wil Eén is en dat wij die delen. Laten we kijken naar de heilige taferelen die vergeving ons vandaag laat zien, zodat we de vrede van God mogen vinden. Amen.