Wie door God zonder beperkingen geschapen is, is vrij. Ik kan voor hem wel gevangenschap verzinnen, maar alleen in illusies, niet in waarheid. Geen Gedachte van God heeft zijn Vaders Denkgeest verlaten. Geen Gedachte van God is ook maar enigszins beperkt. Geen Gedachte van God is er, of die is eeuwig zuiver. Kan ik beperkingen opleggen aan Gods Zoon, wiens Vader gewild heeft dat hij onbeperkt is en dat hij in vrijheid en in liefde is zoals Hijzelf?
Laat me vandaag Uw Zoon eren, want alleen zo vind ik de weg tot U. Vader, ik leg geen beperkingen op aan de Zoon die U liefhebt en zonder beperkingen hebt geschapen. De eer die ik hem geef is de Uwe, en wat van U is behoort ook toe aan mij.