Les 16

Ik heb geen neutrale gedachten.

Het idee van vandaag is een eerste stap in het ontmantelen van de overtuiging dat je gedachten geen gevolgen hebben. Alles wat jij ziet is het resultaat van je gedachten. Er bestaat geen uitzondering op dit feit. Gedachten zijn niet groot of klein, sterk of zwak. Ze zijn alleen waar of onwaar. Welke waar zijn scheppen hun eigen evenbeeld. Welke onwaar zijn maken het hunne.

Geen enkel begrip is zozeer met zichzelf in tegenspraak als ‘loze gedachten’. Wat aanleiding geeft tot de waarneming van een gehele wereld kan bepaald niet loos worden genoemd. Elke gedachte die jij hebt draagt bij tot waarheid of illusie; ze breidt ofwel de waarheid uit, of vermenigvuldigt de illusie. Je kunt niets inderdaad vermenigvuldigen, maar je zult het zodoende niet uitbreiden.

Naast je erkenning dat gedachten nooit loos zijn, is het voor verlossing ook nodig dat je erkent dat iedere gedachte die je hebt je hetzij vrede hetzij oorlog, hetzij liefde hetzij angst bezorgt. Een neutraal resultaat is onmogelijk, omdat een neutrale gedachte onmogelijk is. De verleiding om angstgedachten af te doen als onbelangrijk, onbenullig en niet de moeite waard om je druk over te maken, is zo groot dat het van wezenlijk belang is dat je inziet dat ze allemaal even destructief, maar ook even onwerkelijk zijn. We zullen dit idee in vele vormen oefenen voordat je het werkelijk begrijpt.

Onderzoek bij de toepassing van het idee van vandaag ongeveer een minuut lang je denkgeest, met gesloten ogen, en probeer bewust geen enkele ‘kleine’ gedachte over te slaan, die zich misschien aan het onderzoek onttrekken wil. Dit is behoorlijk moeilijk, tot je eraan gewend raakt. Je zult merken dat het je nog steeds zwaar valt geen kunstmatig onderscheid aan te brengen. Elke gedachte die bij je opkomt is, ongeacht de kwaliteiten die je eraan toeschrijft, geschikt om het idee van vandaag op toe te passen.

Herhaal tijdens de oefenperioden eerst het idee voor jezelf, en houd elke gedachte die zich in je denkgeest aandient even vast, terwijl je bij jezelf zegt:

Deze gedachte over ________ is geen neutrale gedachte.

Die gedachte over _________ is geen neutrale gedachte.

Gebruik als gewoonlijk het idee van vandaag telkens wanneer je je bewust bent van een bepaalde gedachte die onbehagen wekt. Hiertoe wordt de volgende vorm voorgesteld:

Deze gedachte over _________ is geen neutrale gedachte, want ik heb geen neutrale gedachten.

Als je merkt dat het je betrekkelijk moeiteloos afgaat, worden vier tot vijf oefenperioden aanbevolen. Als je spanning voelt, is drie keer genoeg. Ook moet de lengte van de oefenperiode worden bekort als er een gevoel van onbehagen optreedt.