Les 196

Ik kan alleen mijzelf maar kruisigen.

Wanneer dit terdege wordt begrepen en in het volle bewustzijn gehouden, zul je niet proberen jezelf schade te berokkenen, of je lichaam tot slaaf van wraak te maken. Je zult jezelf niet aanvallen, en je zult beseffen dat door een ander aan te vallen jij alleen jezelf aanvalt. Je zult vrij zijn van het waanzinnige geloof dat je door een broeder aan te vallen zelf wordt verlost. En je zult begrijpen dat zijn veiligheid de jouwe is, en dat jij door zijn genezing zelf wordt genezen.

Misschien zul je eerst niet begrijpen hoe in het idee dat we vandaag oefenen een genade kan worden gevonden die grenzeloos is en alles in haar veilige bescherming houdt. Het lijkt in feite misschien een teken dat aan straf nooit te ontkomen valt, want het ego, onder druk van wat het als bedreiging ziet, is vlot met het citeren van de waarheid om zijn eigen leugens te redden. Toch kan het er niet in slagen de waarheid die het zo gebruikt te begrijpen. Maar jij kunt deze dwaze toepassingen leren zien en de betekenis die ze lijken te hebben verwerpen.

Zo leer je ook je denkgeest dat jij geen ego bent. Want de wijzen waarop het ego de waarheid pleegt te verdraaien zullen jou niet meer misleiden. Je zult niet geloven dat jij een lichaam bent dat moet worden gekruisigd. En je zult in het idee van vandaag het licht van de opstanding aanschouwen en achter alle gedachten aan kruisiging en dood gedachten van bevrijding en leven zien.

Het idee van vandaag is één stap die we zetten om ons van slavernij naar een staat van volmaakte vrijheid te laten leiden. Laten we deze stap vandaag zetten, opdat we snel de weg gaan die de verlossing ons wijst, waarbij we elke stap in de vastgestelde volgorde doen, terwijl de denkgeest zijn lasten één voor één afwerpt. Hiervoor hebben we geen tijd nodig. Alleen bereidwilligheid. Want wat wel duizend jaar lijkt te vergen, kan makkelijk in maar één ogenblik worden gedaan door de genade van God.

De mistroostige, hopeloze gedachte dat jij anderen kunt aanvallen en zelf kunt ontsnappen, nagelde jou aan het kruis. Misschien leek het verlossing. Maar het stond slechts voor het geloof dat de angst voor God werkelijk is. En wat is dat anders dan de hel? Wie kan geloven dat zijn Vader zijn doodsvijand is, gescheiden van hem, eropuit zijn leven te vernietigen en hem uit het universum weg te vagen, zonder dat de angst voor de hel hem om het hart slaat?

Dit is de vorm van waanzin die jij gelooft als je de angstwekkende gedachte aanvaardt dat je een ander kunt aanvallen en zelf vrij kunt zijn. Zolang deze vorm niet is veranderd, is er geen hoop. Hoe zou er ontsnapping kunnen zijn, voor jij ziet dat dit in elk geval volslagen onmogelijk moet zijn? De angst voor God is iets werkelijks voor ieder die denkt dat deze gedachte waar is. En hij zal er de dwaasheid niet van zien, of zelfs maar zien dat die gedachte er is, zodat het mogelijk zou worden die in twijfel te trekken.

Om die überhaupt in twijfel te trekken moet eerst de vorm van die gedachte tenminste zoveel worden veranderd dat de angst voor vergelding kan afnemen, en moet de verantwoordelijkheid weer in bepaalde mate worden teruggegeven aan jou. Van daaruit kun je tenminste overwegen of je langs dit pijnlijke pad voort wilt gaan. Totdat deze omslag is volbracht, kun jij niet zien dat het slechts je eigen gedachten zijn die jou angst bezorgen, en dat jouw bevrijding afhangt van jou.

Onze volgende stappen zullen makkelijk zijn, als jij deze stap vandaag zet. Vandaaraf gaan we heel snel vooruit. Want wanneer jij eenmaal begrijpt dat het onmogelijk is om te worden gekwetst behalve door jouw eigen gedachten, moet de angst voor God wel verdwijnen. Je kunt dan niet meer geloven dat angst van buitenaf veroorzaakt wordt. En God, die jij meende te hebben verbannen, kan weer worden verwelkomd in de heilige denkgeest die Hij nooit verlaten heeft.

Het lied van de verlossing kan zeker worden gehoord in het idee dat we vandaag oefenen. Als je alleen maar jezelf kunt kruisigen, heb je de wereld geen leed berokkend, en hoef je niet bang te zijn voor haar vervolging en wraak. Evenmin hoef je je in paniek te verbergen voor de dodelijke angst voor God waarachter projectie schuilgaat. Wat jij het meest vreest is je verlossing. Jij bent sterk, en kracht is wat je verlangt. En jij bent vrij, en om je vrijheid blij. Je hebt geprobeerd zowel zwak als gevangen te zijn, want je was voor je kracht en vrijheid bang. Toch ligt daarin de verlossing.

Er is een ogenblik waarop panische angst je denkgeest zo volkomen in zijn greep schijnt te houden dat ontsnappen volslagen hopeloos lijkt. Wanneer jij eens en voor altijd beseft dat jij bang bent voor jezelf, dan neemt de denkgeest zichzelf als gespleten waar. En dit was verborgen zolang jij geloofde dat een aanval naar buiten kon worden gericht en van buiten naar binnen kon worden geretourneerd. Het leek een vijand buiten jou voor wie jij bang moest zijn. En dus werd een god buiten jou je doodsvijand, de bron van angst.

Nu wordt er een ogenblik lang een moordenaar binnenin jou waargenomen, op jouw dood belust en vastbesloten straf voor jou te beramen, tot het moment dat hij eindelijk doden kan. Maar in dat ogenblik ligt tevens het moment waarop verlossing komt. Want de angst voor God is ver dwenen. En je kunt Hem vragen om jou door Zijn Liefde van illusies te verlossen, terwijl je Hem Vader noemt en jouzelf Zijn Zoon. Bid dat het ogenblik er snel mag zijn,—vandaag. Stap weg van de angst en kom nader tot de liefde.

Er is geen Gedachte van God die jou niet vergezelt om je te helpen dat moment te bereiken en er snel, veilig en voor altijd doorheen te gaan. Wanneer de angst voor God verdwenen is resten er geen belemmeringen meer tussen jou en de heilige vrede van God. Hoe mild en genadig is het idee dat we oefenen! Heet het naar behoren welkom, want het is je bevrijding. Jouw denkgeest kan inderdaad niemand anders proberen te kruisigen dan jou. Maar ook je verlossing zal afkomstig zijn van jou.