Les 81

Inleiding

We zijn nu klaar voor een nieuwe herhaling. We gaan verder waar we met onze vorige herhaling gebleven waren en behandelen elke dag twee ideeën. Het eerste deel van elke dag wordt aan het ene, het laatste deel van de dag aan het andere idee gewijd. We zullen één langere oefenperiode houden, en veelvuldige korte waarin we beide oefenen.

De langere oefenperioden volgen deze algemene vorm: trek voor elk ongeveer een kwartier uit en begin de ideeën voor die dag en de aanwijzingen die in de toelichting zijn opgenomen te overdenken. Besteed er zo’n drie tot vier minuten aan om ze langzaam door te lezen, verscheidene keren zo je wilt, en sluit dan je ogen en luister.

Herhaal de eerste fase van de oefenperiode als je merkt dat je denkgeest afdwaalt, maar probeer het grootste deel van de tijd rustig maar aandachtig te luisteren. Er wacht jou een boodschap. Vertrouw erop dat je die zult ontvangen. Onthoud dat die jou toebehoort en dat jij die wilt.

Houd aan je voornemen vast wanneer afleidende gedachten opdoemen. Besef dat deze gedachten, welke vorm ze ook aannemen, geen betekenis hebben en geen macht. Stel daarvoor in de plaats je vastbeslotenheid te slagen. Vergeet niet dat jouw wil over alle fantasieën en dromen macht heeft. Vertrouw erop dat die je er doorheen zal helpen en jou boven dit alles uittillen zal.

Beschouw deze oefenperioden als een toewijding aan de weg, de waarheid en het leven. Weiger op het zijspoor van omwegen, illusies en doodsgedachten te worden gebracht. Jij bent aan verlossing toegewijd. Wees iedere dag vastbesloten je functie niet onvervuld te laten.

Bevestig bovendien in de korte oefenperioden je vastbeslotenheid opnieuw, waarbij je de oorspronkelijke vorm van het idee gebruikt voor algemene toepassingen, en – waar nodig – meer concrete vormen. Enkele concrete vormen zijn opgenomen in de toelichting die op de formulering van de ideeën volgt. Dit zijn echter niet meer dan suggesties. De precieze woorden die je gebruikt doen er niet toe.

Onze ideeën voor de herhaling vandaag zijn de volgende:

(61) Ik ben het licht van de wereld.

Hoe heilig ben ik, die de functie werd gegeven de wereld te verlichten! Laat ik stil zijn in het aangezicht van mijn heiligheid. Laten al mijn conflicten verdwijnen in haar kalme licht. Laat ik mij in haar vrede herinneren Wie ik ben.

Mochten zich bijzondere moeilijkheden lijken voor te doen, dan zouden enkele concrete toepassingsvormen van dit idee kunnen zijn:

Laat ik het licht van de wereld in mij niet verduisteren.

Laat het licht van de wereld door deze verschijningsvorm heen schijnen.

Deze schaduw zal verdwijnen in het aanschijn van het licht.

(62) Vergeving is mijn functie als het licht van de wereld.

Door mijn functie te aanvaarden zal ik het licht in mij zien. En in dit licht zal me mijn functie helder en volkomen ondubbelzinnig voor ogen staan. Mijn aanvaarding is er niet van afhankelijk of ik inzie wat mijn functie is, want wat vergeving is begrijp ik nog niet. Toch vertrouw ik erop dat ik haar, in het licht, zien zal zoals ze is.

Specifieke vormen voor het hanteren van dit idee kunnen behelzen:

Laat dit mij helpen om te leren wat vergeving betekent.

Laat me mijn functie niet scheiden van mijn wil.

Ik zal dit niet benutten voor een wezensvreemd doel.