God vergeeft niet omdat Hij nooit veroordeeld heeft. En er moet veroordeling zijn voordat vergeving nodig is. Vergeving is de grote noodzaak van deze wereld, maar dat komt omdat ze een wereld van illusies is. Zij die vergeven, bevrijden zichzelf zo van illusies, terwijl zij die nalaten te vergeven, zich daaraan binden. Zoals jij alleen jezelf veroordeelt, zo vergeef jij ook alleen jezelf.
Maar alhoewel God niet vergeeft, is Zijn Liefde toch de basis voor vergeving. Angst veroordeelt en liefde vergeeft. Vergeving maakt zodoende ongedaan wat door angst is voortgebracht, en laat de denkgeest terugkeren tot het gewaarzijn van God. Hierom kan vergeving werkelijk verlossing worden genoemd. Het is het middel waardoor illusies verdwijnen.
De oefeningen van vandaag vragen minstens drie oefenperioden van een volle vijf minuten, en zo veel mogelijk korte toepassingen. Begin de langere oefenperioden zoals gewoonlijk door het idee van vandaag bij jezelf te herhalen. Sluit hierbij je ogen en gebruik een minuut of twee om je denkgeest af te zoeken op mensen die jij niet vergeven hebt. Het doet er niet toe ‘hoezeer’ je hen niet hebt vergeven. Je hebt hen helemaal vergeven, of helemaal niet.
Als je de oefeningen goed doet, zal het jou niet moeilijk vallen een aantal mensen te vinden die je niet vergeven hebt. Je mag er gerust van uitgaan dat iedereen die je niet mag, een geschikt onderwerp vormt. Noem ieder bij naam en zeg:
God is de Liefde waarin ik jou, [naam], vergeef.
De bedoeling van de eerste fase van de oefenperioden vandaag is jou in staat te stellen jezelf te vergeven. Nadat je het idee hebt toegepast op al degenen die in je denkgeest zijn opgekomen, zeg je tegen jezelf:
God is de Liefde waarin ik mezelf vergeef.
Besteed dan de rest van de oefenperiode eraan om verwante ideeën toe te voegen, zoals:
God is de Liefde waarmee ik mezelf liefheb.
God is de Liefde waarin ik gezegend ben.
De vorm van de toepassing kan aanmerkelijk variëren, maar het centrale idee moet niet uit het oog worden verloren. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen:
Ik kan niet schuldig zijn, want ik ben een Zoon van God.
Ik ben reeds vergeven.
Angst is onmogelijk in een denkgeest die door God wordt bemind.
Het is niet nodig aan te vallen, want liefde heeft mij vergeven.
De oefenperiode dient echter te eindigen met de herhaling van het idee van vandaag zoals dat oorspronkelijk is gegeven.
De korte oefenperioden kunnen ofwel bestaan uit een herhaling van het idee voor vandaag in zijn oorspronkelijke of in een verwante vorm, al naargelang je voorkeur. Zorg er echter voor dat je het meer specifiek toepast, mocht dat nodig zijn. En dat zal nodig zijn op elk moment van de dag waarop jij je bewust wordt van enigerlei negatieve reactie op iemand, al dan niet aanwezig. Zeg hem in dat geval in stilte:
God is de Liefde waarin ik jou vergeef.