Voor de herhaling ‘s ochtends en ‘s avonds:
(95) Ik ben één Zelf, verenigd met mijn Schepper.
Sereenheid en volmaakte vrede zijn mijn deel, omdat ik één Zelf ben, volkomen heel, één met heel de schepping en met God.
(96) Verlossing komt vanuit mijn ene Zelf.
Vanuit mijn ene Zelf, wiens kennis nog altijd in mijn denkgeest verblijft, zie ik Gods volmaakte plan voor mijn verlossing volmaakt vervuld.
Op het hele uur:
Ik ben één Zelf, verenigd met mijn Schepper.
Op het halve uur:
Verlossing komt vanuit mijn ene Zelf.